Natuurbeleving bij dageraad en schemering

VERSLAG Er valt veel meer natuur te beleven als we onze zintuigen scherpen of beter leren gebruiken. Dat was de centrale gedachte achter twee wandelhoorcolleges over natuurbeleving in en om Den Bosch, die gestalte kregen in de vorm van een schemerwandeling door Zuiderpark en Stadswalzone (18 september 2015) en een dageraadwandeling door voormalig landgoed De Pettelaar in Sint-Michielsgestel (27 september 2015). De beide wandelingen, onder leiding van vleermuisexpert Peter Twisk respectievelijk stadsecoloog Johan Mees, vonden plaats in het kader van het project Natuur als gemeengoed van kunstenaar Frank Bruggeman.

Hoe beperkt de menselijke waarneming is wordt onmiddellijk duidelijk tijdens de schemerwandeling. Zolang er nog sprake is van enig zonlicht, laten de vleermuizen zich tegen de avondhemel redelijk waarnemen. Dat is te zeggen: voor wie het geduld heeft om lang naar die hemel te staren op plaatsen waar je vleermuizen kunt verwachten en voor wie genoegen neemt met niet veel meer dan een glimp. Peter Twisk heeft echter snel in de gaten dat niemand van de groep wandelaars veel ervaring heeft met het spotten van vleermuizen en schakelt daarom zijn vleermuisdetector aan, een apparaat dat de ultrasone vleermuisgeluiden registreert en omzet in voor het menselijk oor waarneembare klikjes en piepjes. Die klikjes en piepjes verraden dat er heel wat activiteit rondom ons plaats vindt. Niet zo vreemd, legt Twisk uit, want voor de meeste vleermuissoorten is het de baltstijd.

Als de duisternis eenmaal is ingevallen wordt het steeds lastiger om de vleermuizen ook visueel waar te nemen. Alleen bij het schijnsel van een lantaarnpaal laten zich onverhoeds twee baltsende dwergvleermuizen zien. En om de watervleermuizen te spotten die op insectenjacht zijn boven de vijver in het Zuiderpark gebruikt Twisk zijn zaklantaarn. Heel even maar want aan wit licht hebben vleermuizen een broertje dood, verduidelijkt Twisk.

De vele nachtelijke bronnen van ''lichtvervuiling'' vormen een ernstige bedreiging voor de Bossche vleermuizenstand. We lopen over de spaarzaam verlichte voetgangersbrug over de vestinggracht, die voert naar het trappenhuis van de pas geopende ondergrondse parkeergarage in het Zuiderpark. "Dit heet dan een vleermuisvriendelijke oplossing te zijn" schampert Twisk. "De brug is zwak verlicht omdat hij vlak langs het winterverblijf voert van een vleermuizenpopulatie in een oude kruitkelder van de vestingwerken. Maar kijk eens hoeveel wit licht er uit die glazen doos van het trappenhuis komt. Rampzalig gewoon!" Twisk draait wat aan de knoppen van zijn detector maar bij geen van de frequenties die hij instelt is op de voetgangersbrug enige vleermuisactiviteit bespeurbaar.

Na afloop van de wandeling zijn de deelnemers zich zeer bewust van hun zintuiglijke beperkingen. De meesten zijn het erover eens dat je voortaan heel anders door de nachtelijke stad loopt in de wetenschap van mogelijke vleermuisactiviteit. Een deelnemer is zo enthousiast geworden dat hij ook een detector wil aanschaffen.

 

Ook de meeste deelnemers aan de dageraadwandeling door De Pettelaar zijn aangelokt door het vooruitzicht dieren te spotten die zich overdag doorgaans niet laten zien. Stadsecoloog Johan Mees heeft verrekijkers meegenomen, die gretig aftrek vinden. Maar reeen, dassen en ander klein wild laten zich deze ochtend niet zien. Mees wijt dat aan de grootte van de groep (15 personen). "We maken teveel lawaai, zelfs als we niet praten." Hij geeft tips voor geluidsluw wandelen: "Hou je lichaam compact, verdeel je gewicht gelijkmatig, zet eerst je hiel neer en dan pas je tenen en probeer wat meer op de buitenkant van je schoenen te lopen."

Mees geeft ook andere tips die de kans op een ontmoeting met wild aanmerkelijk verhogen. "Gebruik geen parfum of aftershave, draag geen kleding die sterk afsteekt bij het landschap waarin je beweegt en bovenal: ga eens een poosje stil zitten tegen een boomstam of in een droge greppel en probeer een te worden met je omgeving." De groep neemt die laatste uitdaging aan en verspreidt zich in het bos om een kwartier lang in eenzaamheid de zintuigen aan te scherpen. Na afloop blijkt nog steeds niemand enig wild te hebben waargenomen, maar toch heeft de oefening indruk gemaakt en wordt melding gemaakt van allerlei observaties: paddenstoelen, varentjes, de roep van een grote bonte specht, het geritsel van een nabijgelegen maisveld en veel vallende eikels (2015 is een mastjaar). Vrijwel alle deelnemers klagen over het geruis van de A2 en ook de luidruchtige aanwezigheid van mountainbikers wordt als verstorend ervaren.

Mees heeft nog een andere belevingsoefening voor de groep in petto, een oefening die tot doel heeft een meer perifere blik te ontwikkelen. De ecoloog legt uit dat voor veel prooidieren perifeer zicht een levensvoorwaarde is: ze scannen al grazend of foeragerend voortdurend hun omgeving af op beweging en contrast. Daarentegen is bij mensen juist de centrale blik overontwikkeld en dat wordt in onze beeldscherm- en mobieltjescultuur alleen maar erger.

En dan wordt er toch nog een echte ontdekking gedaan. Niet door perifere waarneming maar omdat iemand van de groep plotseling recht voor zijn neus iets ziet bewegen. Geen ree of das (waarvan overigens wel tal van sporen zijn aangetroffen) maar twee levendbarende hagedissen die een paaltje direct langs de wandelroute beklimmen om zich op te warmen in het ochtendzonnetje. Iedereen is enthousiast en het hagedissenpaar wordt uitgebreid gefotografeerd. Zelfs Mees is opgetogen. "Ik ken dit gebied als mijn broekzak, maar bij mijn weten is dit de eerste hagedissenwaarneming in De Pettelaar."

Peter Zwaal

Meer weten over vleermuisgeluiden? Klik hier.

Zelf een perifere blik oefenen? Klik hier.

Peter Twisk met vleermuisdetector
Watervleermuizen spotten bij vijver in Zuiderpark
Pettelaar bij dageraad
Pootafdruk van das in modderpoel
Perifere blikoefening
Levendbarende hagedissen
Johan Mees demonstreerd wildcamera